250527 boerenwormkruid (pakket Twente)
Boerenwormkruid zit in het pakket wilde planten voor Twente en is favoriet bij zweefvliegen.

Biodiversiteit versterken? Doe eens wild!

Als natuurliefhebber weet je dat je het planten- en dierenleven helpt door inheemse planten, bomen en struiken in je tuin te zetten. Maar je kunt nóg een stap nemen door te kiezen voor autochtone planten, ook wel wilde planten genoemd. Wat zijn dat en waarom zijn ze beter?

Veel inheemse planten en bomen hebben een breed verspreidingsgebied. Neem de veldesdoorn. Die is inheems van Noord-Engeland en Zuid-Denemarken tot Zuidwest-Azië en Noord-Afrika. Dat wil zeggen dat hij in dat hele gebied al heel lang voorkomt. In Nederland al zevenduizend jaar. Daarom is hij hier inheems.

Inheems of autochtoon

Maar is die veldesdoorn overal precies dezelfde boom als in bijvoorbeeld Twente? Nazaten van veldesdoorns die hier al millennia groeien, lopen uit als het lente wordt. Dat zit in hun genen. En dat is waarschijnlijk wat later dan wanneer een veldesdoorn in bijvoorbeeld Zuid-Frankrijk uitloopt. Wat gebeurt er nu als je een veldesdoorn uit Zuid-Frankrijk invoert in Twente? De rupsjes van de esdoorndwergspanner die zich in april en mei met sappige jonge blaadjes willen voeden, komen vooral oudere bladeren tegen. Waarschijnlijk heeft die ingevoerde veldesdoorn het hier ook minder naar zijn zin: te koud, te nat.

De nazaten van veldesdoorns die hier zevenduizend jaar geleden al groeiden, zijn aangepast aan de lokale omstandigheden, zoals het klimaat en de bodem. Ze passen in het plaatselijke ecosysteem, samen met de zoogdieren, vogels, insecten, bomen, planten, mossen en schimmels die daar deel van uitmaken. Die informatie is opgeslagen in hun genen. Die verschillen dus wat van de genen van veldesdoorns uit andere gebieden.

De teloorgang van autochtone planten

Nazaten van bomen en planten die zich in Nederland na de IJstijd hebben gevestigd, noemen we ‘autochtoon’, of ook wel ‘wild’ of ‘streekeigen’. Tegenwoordig zijn autochtone bomen en struiken voornamelijk nog te vinden op oude bosplaatsen: in houtwallen, langs holle wegen en aan de oevers van niet-vergraven beken. Heel veel autochtone bomen en planten zijn verloren gegaan. Door de grootscheepse ruilverkaveling zijn de meeste hakbosjes verdwenen, terwijl eeuwenoude heggen plaats maakten voor prikkel- en schrikdraad.

Er is wel veel aangeplant ter compensatie, maar dat gebeurt meestal met ‘gebiedsvreemd’ materiaal. Bijvoorbeeld omdat dat goedkoper is. Vermoedelijk bestaat nog slechts 2 à 3 procent van de bossen en houtwallen in Nederland voor een belangrijk deel uit autochtone bomen en struiken.

De koekoeksbloem zit in het pakket inheemse bloemen in Salland.
De koekoeksbloem zit in het pakket inheemse bloemen in Salland.

Wilde planten in je tuin

Gelukkig is er wel genetisch materiaal bewaard gebleven. Staatsbosbeheer heeft een genenbank en de inheemse kwekerij Cruydt-Hoek slaat wilde zaden op. Dat biedt kansen om de biodiversiteit een handje te helpen, ook voor tuinbezitters. Want als er maar genoeg ecologische tuinen zijn, kunnen die samen als ‘stapstenen’ een serieuze bijdrage leveren aan herstel van biodiversiteit.

De organisatie Streektuinen.nl wil de biodiversiteit bevorderen in 25 ecologische streken van Nederland. Zo heeft Streektuinen via de Groene Loper Zwolle autochtone struiken uitgedeeld, met uitleg over het nut en de noodzaak hiervan. Nu staan er verspreid langs de IJssel nieuwe sleedoornstruiken te wachten op insecten die zich hierop wél thuis voelen.

Wil je weten welke struiken, bomen en planten bij jouw streek horen? Hier vind je de vier ecologische gebieden in Overijssel:

Bij elke streek staat vermeld wat de icoonsoorten zijn: de kenmerkende planten, bomen en insecten. En waar je de planten en bomen kunt kopen. Streektuinen werkt samen met Cruydt-Hoeck, dat voor elke streek een eigen zaadmengsel van bloeiende kruiden heeft ontwikkeld. Dat zijn planten die goed passen in de bewuste streek en tot hun recht kunnen komen in tuinen. Doe mee en meld je tuin aan!

Achtergrondinformatie